Spraakaudiogram

Ondanks het belang van het toonaudiogram is het geluidsniveau waarop een enkelvoudig toontje nog juist wordt gehoord, slechts in beperkte mate voorspellend voor de restcapaciteit van het gehoor voor meervoudige complexe signalen, zoals spraak, die vaak ruim boven de gehoordrempel worden aangeboden.
 
Bij veel audiologisch onderzoek wordt het toonaudiogram dan ook aangevuld met een spraakaudiogram (zie onderstaand figuur, onderste deel), waarbij op een aantal intensiteiten (uitgezet langs de horizontale as) lijstjes met woorden worden aangeboden en het % correct gereproduceerde woorden of klanken wordt gemeten (uitgezet langs de vertikale as). Hiermee wordt het vermogen tot spraakverstaan bepaald als functie van het gemiddelde aanbiedingsniveau.
 
toon- spraakaudiogram
 
De figuur toont het toon- en spraakaudiogram van een persoon met asymmetrisch perceptief gehoorverlies, recht (AD) groter dan links (AS). Het spraakaudiogram komt overeen met het toonaudiogram: de curve van AS is 40 dB, en die van AD is 70 dB naar rechts verschoven. Voor AD blijft een groot discriminatieverlies aanwezig; de maximale score is slechts 45%.